De Eerste en de Laatste…
‘En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij
en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste…’ (Openbaring 1:17)
Overweldigend
De opgestane Christus verschijnt aan Johannes in een visioen. De apostel ziet Hem in Zijn onverhulde godheid. Op aarde had hij Hem in Zijn verhulde godheid meegemaakt. In de gestalte van een mens. Johannes kan Zijn verschijning niet verdragen. Zijn heerlijkheid is overweldigend. De apostel wordt met ontzag en met vrees vervuld. Hij voelt zich onwaardig. Hij valt als dood voor Zijn voeten. In het licht van deze heerlijkheid heeft hij geen been om op te staan.
Rechterhand
Christus legt Zijn rechterhand op Johannes. In de Bijbel is Gods rechterhand de hand waarmee
Hij Zijn volk uit Egypte leidde. Het is de hand waarmee Hij regeert. De hand van waaruit wij Zijn zegeningen ontvangen. Het is ook de hand van de Vader en van de Zoon in één, waarvan Jezus zegt: ‘Niemand zal Mijn schapen uit Mijn hand rukken.’ En: ‘Niemand zal Mijn schapen uit de hand van Mijn Vader rukken.’
Het is de hand waarmee ons op zondag 10 mei brood en wijn worden aangereikt. Het is deze hand die Hij op Johannes legt. Dat is dus buitengewoon veelzeggend. Een gebaar vol rijke betekenis. Zeer bemoedigend. Dit is de hand die Johannes nodig heeft en die wij ook nodig hebben.
Vrees
Nadat Christus Zijn rechterhand op Johannes heeft gelegd, zegt Hij tegen hem: ‘Wees niet bevreesd…’ Waar kun je allemaal niet bevreesd voor zijn?
Vrees kan je bevangen als je denkt aan je verleden. In bepaalde opzichten ben je een dwaas geweest. Je hebt verkeerde keuzes gemaakt en verkeerde beslissingen genomen. Je hebt een
gevoel van falen. Je zit met schuld. Je geweten spreekt. Je hart is onrustig. Vrees kan te maken hebben met het heden. Je zit midden in de problemen in verband met je gezin, je huwelijk, je werk, je gezondheid. Je bent bang om te leven, om ’s morgens wakker te worden. Of je bent verschrikkelijk eenzaam. Je hebt gevoelens van zinloosheid. Het kan je benauwen. Vrees kan je overvallen als je denkt aan de toekomst. Je bent bang om oud te worden, of kinds, of gehandicapt. Of je bent bang om te sterven. En sterven moeten we allemaal. Dat kan niemand anders voor ons doen. Hoe zal dat zijn? Je weet: als ik sterf, is dat het einde niet. En dan?
Er is er maar Eén die zegt – en Hij kán het zeggen – : ‘Wees niet bevreesd.’ Hij is de Enige die onze vrees kan wegnemen. Hij stelt Zich aan ons voor: ‘Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid.’ Hij is het! Waar Jezus is en waar Zijn evangelie klinkt, daar horen we: ‘Wees niet bevreesd.’ De engelen zeiden het tegen de herders in de nacht waarin de Here Jezus werd geboren en zij ‘zeer bevreesd’ waren door de heerlijkheid die hen omscheen. Door het evangelie wordt het ook tegen ons gezegd.
De Eerste en de Laatste
Nu lezen we in Jesaja 44:6 en 48:1 dat de Here, de God van Israël zegt; ‘Ik ben de Eerste en de
Laatste.’ Dat kan er maar één zijn. De Here Jezus Christus zegt dat ook. Dat betekent dat Hij
God is, Hij in Wie de God van Israël mens geworden is. Dat is waar Johannes ook op doelt in
zijn evangeliebeschrijving (1:1, 14): ‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God
en het Woord was God… En het Woord is vlees geworden.’ ‘Ik ben de Eerste en de Laatste…’
Dat zegt Jezus in Zijn goddelijke gestalte. ‘Ik ben de Eerste…Hij staat aan het begin van alles. Hij was vóór alle dingen. Zijn bestaan begon niet pas toen Hij als mens geboren werd.
Hij wás er al. Vóór Zijn geboorte. Voordat de wereld er was. Voordat er sterren en planeten waren. Het is zelfs zo dat alle dingen door Hem bestaan.
‘Ik ben de Eerste…’ Hij neemt het initiatief. Dat zien we al in het paradijs. Hij gaat de vluchtende mens achterna: ‘Waar bent u?’ Hij richt Zijn verbond met de mens op. Ook dat is Zijn initiatief. Ook ons zoekt Hij op. Ook in ons leven is Hij de Eerste. Hij stond aan het begin van ons leven. Hij kwam met Zijn evangelie tot ons. Door Zijn Geest kwam Hij Zélf tot ons.
‘Ik ben de Laatste…’ Hij staat aan het einde van alles. Einde is doel. Hij is het doel van alles. ‘Ik ben de Eerste en de Laatste…’ Hij is er vanaf het moment van onze geboorte tot het moment
van ons sterven. Hij is de Levende, die de dood heeft overwonnen. In Hem kunnen wij de dood zonder vrees onder ogen zien. Geweldig dat Hij de Eerste en de Laatste is!
Jezus. Dat is Hij omdat Hij God is. Hij kan alle vrees bij ons wegnemen. Hij is het die voor ons stierf aan het kruis en zei: ‘Vader, straf Mij in plaats van …’ (vul uw naam maar in) En dat
deed de Vader, opdat wij – van schuld ontslagen – niet bevreesd zouden zijn. Niet bevreesd om te leven en niet bevreesd om te sterven.
Als wij zien op Hem, dan mogen we weten dat Hij ons verleden, ons heden en onze toekomst in Zijn hand heeft. Ons verleden: in de vergeving bedekt Hij onze schuld. Door Zijn genade hoeft het verleden ons niet meer te achtervolgen. Ons heden: Hij leert ons al onze zorgen op Hem te werpen. Hij helpt ons dragen. Hij zet samen met ons Zijn schouders onder onze lasten.
En Hij geeft ons leven inhoud en zin. Onze toekomst: Hij schenkt ons hoop en perspectief. Met Hem gaan wij een goede toekomst tegemoet. Zo mogen wij straks het avondmaal vieren.
Het eerste en het laatste woord
Het is niet te bevatten. De Koning van de schepping, de gekruisigde en opgestane Heiland, de Zoon van God raakt ons door Zijn evangelie aan. In onze vrees legt Hij Zijn hand op ons en spreekt Hij die kostbare woorden: ‘Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste.’ Als Eerste had Hij het eerste woord. Gelukkig voor ons dat Hij als Laatste ook het laatste woord heeft.
0 Comments