zondag 20 januari 2019, morgendienst om 9.30 uur in Westzaan
voorganger ds. P.J. den Hertog uit Amsterdam
Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst
Zingen: Prijs de HEER met blijde galmen (Ps. 146 vers 1, 5 en 8)
Prijs de HEER met blijde galmen;
gij, mijn ziel, hebt rijke stof.
‘k Zal, zolang ik leef, mijn psalmen
vrolijk wijden aan zijn lof:
‘k zal, zo lang ik ’t licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
’t Is de HEER, die ’t recht der armen,
der verdrukten gelden doet;
Die uit liefderijk erbarmen,
hongerigen mild’lijk voedt;
Die gevang’nen vrijheid schenkt
en aan hun ellende denkt.
’t Is de HEER van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
Die voor eeuwig zal regeren
van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer,
prijs zijn grootheid, loof de HEER!
Stil gebed, votum en groet
Informatie thema gebedsweek: Recht voor ogen
De centrale Bijbeltekst van de Week van Gebed komt in 2019 uit het boek Deuteronomium 16 vers 10-20. Een hoofdstuk waarin Gods voorschriften over festiviteiten als vanzelf overgaan in de opdracht om rechters aan te stellen en niets anders te zoeken dan het recht. Voor christenen in Indonesië is dat geen vreemde combinatie. Zij bereidden het materiaal dit jaar voor.
Indonesië is een thuis voor mensen van vele stammen, talen, culturen en religies. Van de 265 miljoen mensen is ongeveer 12% rooms-katholiek of protestant. Met de evangelische christenen en de charismatische beweging die in de laatste eeuw, en meer recentelijk de orthodoxe christenen, naar Indonesië zijn gekomen, vormen de kerken in Indonesië een brede vertegenwoordiging van christelijke tradities. De kerken werken op vele manieren samen om problemen met de eenheid van de kerk en gemeenschappelijke zorgen in de samenleving aan te pakken, bijvoorbeeld met projecten voor armen en daklozen.
Er is sprake van corruptie: zij die de zwakken horen te beschermen en horen op te komen voor recht, doen vaak het tegenovergestelde. Het gevolg is dat het gat tussen rijken en armen steeds groter is geworden. Zo kent een land rijk aan voorzieningen de schande van vele mensen die leven in armoede. Zoals een traditioneel Indonesisch gezegde het verwoordt: “Een muis sterft van de honger in de schuur vol met rijst.” Ondertussen worden specifieke etnische en religieuze groepen geassocieerd met rijkdom op een manier die voeding geeft aan spanningen. Radicalisering zet de ene gemeenschap op tegen de ander.
De woorden uit het Bijbelboek Deuteronomium – “Zoek het recht en niets dan het recht” (zie Deuteronomium 16 vers 18-20) – spreken krachtig in de situatie van de Indonesiërs. De perikoop volgt op een hoofdstuk waar feesten het centrale thema zijn.
God instrueert zijn volk iedereen bij het feest te betrekken: “Vier dan uitbundig feest, samen met uw zonen en dochters, uw slaven, uw slavinnen, en de Levieten, de vreemdelingen, de weduwen en de wezen die bij u in de stad wonen.” (o.a. Deuteronomium 16 vers 14). Indonesische christenen zien graag herstel van deze zelfde geest van ‘inclusief feestvieren’, die zij voorheen dwars door de diversiteit aan gemeenschappen heen genoten. Het zoeken van recht is daar onlosmakelijk aan verbonden.
20Gerechtigheid, gerechtigheid moet u najagen, opdat u leeft en het land dat de HEERE, uw God, u geeft, in bezit neemt.
Zingen: Psalm 72 vers 1 en 7 OB
Geef, HEER, den Koning Uwe rechten,
En Uw gerechtigheid
Aan ’s Konings zoon om Uwe knechten,
Te richten met beleid.
Dan zal Hij al Uw volk beheren,
Rechtvaardig, wijs en zacht;
En Uw ellendigen regeren;
Hun recht doen op hun klacht.
Nooddruftigen zal Hij verschonen;
Aan armen, uit genâ
Zijn hulpe ter verlossing tonen;
Hij slaat hun zielen gâ.
Als hen geweld en list bestrijden,
Al gaat het nog zo hoog;
Hun bloed, hun tranen en hun lijden
Zijn dierbaar in Zijn oog.
De vriendelijke vingerwijzing van God: Deuteronomium hoofdstuk 16 vers 10-20
10Daarna moet u het Wekenfeest houden voor de HEERE, uw God. Wat u geven moet, is een vrijwillige gave van uw hand, naar de mate waarin de HEERE, uw God, u zegent.
11En u moet u verblijden voor het aangezicht van de HEERE, uw God, u, uw zoon en uw dochter, uw slaaf en uw slavin, de Leviet die binnen uw poorten is, en de vreemdeling, de wees en de weduwe die in uw midden zijn, op de plaats die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen.
12En u moet gedenken dat u een slaaf geweest bent in Egypte en deze verordeningen in acht nemen en houden.
13Het Loofhuttenfeest moet u zeven dagen houden, als u de oogst van uw dorsvloer en van uw perskuip hebt ingezameld.
14Verblijd u op uw feest, u, uw zoon en uw dochter, uw slaaf en uw slavin, en de Leviet, de vreemdeling, de wees en de weduwe die binnen uw poorten zijn.
15Zeven dagen moet u het feest vieren voor de HEERE, uw God, op de plaats die de HEERE zal uitkiezen. Want de HEERE, uw God, zal u zegenen in heel uw opbrengst en in al het werk van uw handen; daarom moet u werkelijk blij zijn.
16Drie keer per jaar moet alles wat mannelijk is onder u, verschijnen voor het aangezicht van de HEERE, uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen: op het Feest van de ongezuurde broden, op het Wekenfeest en op het Loofhuttenfeest. Men mag echter niet met lege handen voor het aangezicht van de HEERE verschijnen,
17maar ieders geschenk moet overeenkomen met de zegen van de HEERE, uw God, die Hij u gegeven heeft.
18U moet binnen al uw poorten, die de HEERE, uw God, u geeft, rechters en beambten over uw stammen aanstellen. Zij moeten met een rechtvaardig oordeel rechtspreken over het volk.
19U mag het recht niet buigen. U mag niet partijdig zijn en geen geschenk aannemen, want een geschenk verblindt de ogen van wijzen en verdraait de woorden van rechtvaardigen.
20Gerechtigheid, gerechtigheid moet u najagen, opdat u leeft en het land dat de HEERE, uw God, u geeft, in bezit neemt.
Zingen: Psalm 85 vers 3 en 4 OB
Merk op, mijn ziel, wat antwoord God u geeft;
hij spreekt gewis tot elk, die voor Hem leeft,
zijn gunstgenoot, van blijden troost en vre,
mits hij niet weer op ’t spoor der dwaasheid tre.
Voorwaar, Gods heil is reeds nabij ’t geslacht,
hetwelk Hem vreest en zijne hulp verwacht;
opdat er eer in onzen lande woon’,
en zich aldaar op ’t luisterrijkst vertoon’.
Dan wordt genâ van waarheid blij ontmoet,
de vrede met een kus van ’t recht gegroet;
dan spruit de trouw uit d’ aarde blij omhoog,
gerechtigheid ziet neer van ’s hemels boog;
dan zal de HEER ons ’t goede weer doen zien;
dan zal ons ’t land zijn volle garven bin.
Gerechtigheid gaat voor zijn aangezicht,
hij zet z’ alom, waar Hij zijn treden richt.
Kindermoment + kinderlied – door leiding van het kinderwerk
Gebed
Schriftlezing: Amos hoofdstuk 5 vers 22-25 en Lucas hoofdstuk 11 vers 37-44
22want al brengt u Mij brandoffers, en uw graanoffers,
Ik schep er geen behagen in.
En het dankoffer van uw gemest vee:
Ik wil het niet aanzien.
23Doe het lawaai van uw liederen van Mij weg,
en het getokkel van uw luiten kan Ik niet aanhoren!
24Laat het recht stromen als water,
de gerechtigheid als een altijd stromende beek.
25Hebt u Mij slachtoffers en graanoffers gebracht
in de woestijn, veertig jaar lang, huis van Israël?
37Toen Hij dit zei, vroeg een Farizeeër aan Hem of Hij bij hem de maaltijd wilde gebruiken. Hij ging naar binnen en ging aanliggen.
38Toen de Farizeeër dat zag, verwonderde hij zich erover dat Hij Zich niet eerst gewassen had voor het middagmaal.
39Maar de Heere zei tegen hem: Welnu, Farizeeën, u reinigt de buitenkant van de drinkbeker en van de schotel, maar uw binnenste is vol roofzucht en boosaardigheid.
40Onverstandigen! Heeft Hij Die het buitenste maakte, ook niet het binnenste gemaakt?
41Geef echter de inhoud ervan als liefdegave en zie, alles is voor u rein.
42Maar wee u, Farizeeën, want u geeft tienden van de munt en de wijnruit en van alle kruiden, maar u gaat voorbij aan het recht en aan de liefde van God. Deze dingen zou men moeten doen en die andere dingen niet nalaten.
43Wee u, Farizeeën, want u hebt de voorste plaatsen in de synagogen en de begroetingen op de markten lief.
44Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent net als de graven die niet zichtbaar zijn: de mensen die erover lopen, weten het niet.
Zingen: Psalm 82 NB
God staat in ’t midden van de goden,
Hij heeft hen tot gericht ontboden:
Gij machten die het onrecht stijft,
bevoorrecht al wie kwaad bedrijft,
hoort: gij moest wezen en geringen
beschermen in hun rechtsgedingen,
gij moest wat arm is en veracht
vrijmaken uit der bozen macht.
Gij die in hoogheid zijt gezeten,
hoe doof en blind is uw geweten!
Gij machtigen verzaakt uw plicht,
om uwentwil versaagt het licht.
Ik sprak wel: goden zijt gij allen.
Ik had aan u mijn welgevallen.
Maar neen, gij brengt de chaos weer.
Ik stort u in de afgrond neer.
Sta op, o God, en richt de aarde,
Gij geeft aan alles recht en waarde;
wat zich verheft als god en heer,
bestraf het en breng vrede weer.
Van U zijn immers alle volken,
breek met uw lichtglans door de wolken
en straal voor ons in majesteit,
Gij Zon van de Gerechtigheid!
Woordverkondiging
Zingen: Vader, vol van vrees en schaamte (Lied 161)
Vader, vol van vrees en schaamte,
buigen wij voor U.
Heel uw werk, door ons vertreden,
klaagt ons, mensheid aan bij U.
Heer ontferm U over ons,
die schuldig voor U staan.
U bent onze God en Redder,
neem ons in uw liefde aan.
Vader, in dit uur der waarheid,
keren w’ ons tot U.
O, vergeef ons, Heer herstel ons,
maak ons hart en leven nieuw.
Vul ons met uw heil’ge Geest,
geef vuur en kracht steeds weer.
Ieder zal uw macht aanschouwen,
dat wij uw naam verhogen, Heer.
Dat wij uw naam verhogen, Heer.
Dankgebed
Collecten
Zingen: O grote God die liefde zijt (Lied 206)
O grote God die liefde zijt,
o Vader van ons leven,
vervul ons hart, dat wij altijd
ons aan uw liefde geven.
Laat ons het zout der aarde zijn,
het licht der wereld, klaar en rein.
Laat ons uw woord bewaren,
uw waarheid openbaren.
Maak ons volbrengers van dat woord,
getuigen van uw vrede,
dan gaat wie aarzelt met ons voort,
wie afdwaalt met ons mede.
Laat ons getrouw de weg begaan
tot allen die ons verre staan
en laat ons zonder vrezen
de minste willen wezen.
Leer ons het goddelijk beleid
der liefde te beamen,
opdat wij niet door onze strijd
uw goede trouw beschamen.
Leg ons de woorden in de mond
die weer herstellen uw verbond.
Spreek zelf door onze daden
van vrede en genade.
Wij danken U, o liefde groot,
dat Christus is gekomen.
Wij hebben in zijn stervensnood
uw diepste woord vernomen.
Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht
en het wordt overal volbracht
waar liefde wordt gegeven,
wij uit uw liefde leven.
Zegen