Zie, Ik zend u als schapen te midden van de wolven; wees dus bedachtzaamals de slangen en oprecht als de duiven.(Mattheüs 10:16)
Als schapen te midden van de wolven
De wolf is terug in ons land. Een tamelijk groot roofdier. Interessant voor natuurliefhebbers! Een ramp voor lammeren en schapen en de schapenhouders! Verstoring van het biologisch evenwicht? Een gevaar voor mensen? Allemaal moeten we oppassen om een confrontatie aan te gaan. Jezus vergelijkt sommige mensen met wolven, anderen met schapen. Hij doet dat wanneer Hij Zijn discipelen uitzendt (zie geheel Matth. 10). Onder de verloren schapen van het huis van Israël moeten zij prediken dat het Koninkrijk der hemelen nabij gekomen is, zieken genezen, melaatsen reinigen, doden opwekken, en demonen uitdrijven. Maar welke houding past daarbij. De Heiland trekt daarin de vergelijking door met die van nog twee dieren, slangen en duiven. Het is dus wel ‘oppassen geblazen’.
Als schapen
Schapen, zijn geen roofdieren. Het zijn herbivoren, planteneters. Het zijn kuddedieren. Met een volle vacht kunnen ze na een val soms moeilijk weer opstaan. Ze zijn meestal gewillig, maar soms wel eens koppig. Dwalen wel eens en raken de kudde kwijt. Kwetsbaar als ze alleen zijn. Ze hebben dwalend, de leiding van de herder nodig om weer in de gemeenschap van de kudde te delen. De discipelen zijn hier als de schapen. Ze zijn zelf deel van de kudde van de Goede Herder. Ze worden in hun zending één met de verloren schapen van het huis van Israël. Zij delen Gods gaven uit. Ze zijn zichtbaar, hoorbaar en tastbaar teken van het in Jezus nabijgekomen Koninkrijk. Zo zijn ze ook herder. Geroepen om de kudde voor dwalen te bewaren. Gevallenen op te richten. De Goede Herder te vertegenwoordigen. Sommigen laten zich door hun woorden leiden. Anderen verzetten zich tegen het Evangelie. Is niet elk schaap van de Goede Herder ook zelf herder? Gezonden onder de mensen. Geroepen tot getuigenis en dienst. En wie merkt dan niet dat er wolven zijn onder de schapen?
Als wolven
Wolven zijn roofdieren, levend in roedels, jagers, carnivoor, vleesetend. Bedreigend en daarmee een gevaar voor andere dieren en soms ook voor mensen in Gods schepping. Jezus vergelijkt dus sommige mensen met wolven. Wie zouden bedoeld zijn? Zouden het niet de ‘ik’ gerichte mensen zijn. Vasthoudend aan eigen belang en eigen ideeën. Voor de Heiland zijn het niet maar mensen van buiten de gemeenschap van Israël. De discipelen zullen ontdekken dat er onder hun volksgenoten zijn die hen overleveren in de raadsvergaderingen, in synagogen zullen ze gegeseld worden, broers zullen elkaar overleveren om gedood te worden, zelfs vaders hun kinderen en kinderen hun vaders. Op weg in de dienst van het Evangelie in Jezus naam, kan er haat en vervolging zijn. Weerstand tegen het Evangelie. Gelukkig, wanneer u daar hier en nu misschien niet zoveel van merkt in de gemeente. Toch beseffen we allemaal wel dat de mogelijkheid van ‘wolven onder de schapen’ er ook in deze tijd is. Het is zelfs goed, wanneer je dit leest, om jezelf de vraag te stellen of anderen, ook jou als een wolf kunnen zien, door de ervaring die ze met je hebben. En om ons heen is er genoeg dat het gedrag van de wolf vertoont. Roofzuchtig eigenbelang. Het is zelfs binnen Gods gemeente niet geheel afwezig. Wees op uw hoede. Oppassen dus!
Als slangen
Hoe dient onze houding te zijn in zulke omstandigheden? Als eerste wijst de Here Jezus ons op de slang. In onze gedachten worden we als vanzelf meegenomen naar de slang in het paradijs. De verleider tot zonde. Een sluwe, listige slang. De negatieve kant van de schrandere slang. Onze tekst toont evenwel een andere kant, een positieve. In de vertalingen lezen we ‘voorzichtig’, ‘bedachtzaam’, ‘verstandig, ‘knap’, ‘scherpzinnig’. Wanneer je dus omgaat met mensen, is het belangrijk deze houding aan te nemen. Om te ontdekken of je met ‘schapen’ of ‘wolven’ te maken hebt. Dus niet naïef in de wereld te staan. Niet alles zomaar aannemen wat je hoort of ziet. Niet zomaar geloven, zomaar reageren. Bedachtzaam omgaan met wie op je wegkomt. En als het gevaar van ‘de wolf’ dreigt, afstand bewaren. Ja, zo zelfs zegt onze Meester: ‘Als iemand u niet ontvangt en niet naar uw woorden luistert, vertrek dan uit dat huis of die stad en schud het stof van uw voeten’. Drijf in je ontmoetingen confrontaties niet op de spits, laat je niet uitdagen. Oppassen dus!
Als duiven
Maar is dat niet ongeoorloofd vreesachtig vluchtgedrag? Een uitvlucht om je te onttrekken aan je verantwoordelijkheid? Om dat te voorkomen noemt Jezus het vierde dier. Wees oprecht als de duiven. De duif, sierlijk in zijn vlucht, rustgevend in het gekoer. De duif is beeld van onschuld, zachtheid en vrede. Symbool van God de Heilige Geest. Oprecht betekent dat je als christen een mens bent uit één stuk, eenvoudig, integer. Niet dubbelhartig maar eerlijk. Je weet ook dat je niet meer bent dan je Meester. Wat Hem overkwam, kan je ook als leerling overkomen. Dat kan heel spannend zijn, het uiterste van je vragen. Sta voor je roeping. Jaag de vrede na, eerlijk en in de liefde van Christus! Dien Hem en de mensen die op je weg komen. Open je hart!
Als schapen te midden van de wolven
Ja, heftig deze tekst. Wat kun je wel en wat kun je niet zeggen en doen? Blijf je bewust dat de Here je gezonden heeft. En Hij zegt dat je niet bezorgd moet zijn over hoe en wat je moet spreken, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt. Het is Pinksteren geweest en in wat toen gebeurde werkt Gods Geest nu nog door. En er zijn geweldige beloften. Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Ja, zelfs is er een profetie die nog vervuld zal worden, dat een wolf bij een lam zal verblijven (Jes. 11:6). Dat zal zijn wanneer Gods vrederijk aangebroken is. Zo ver is het nog niet. Tot die tijd bewaren we de woorden van de Here Jezus in ons hart en dragen ze uit in ons leven en samenleven. Waakzaam en biddend!
Ds. B. den Butter